nu de huid nachtelijke vormen aanneemt
maar het hart volop het daglicht draagt
sluiten mijn ogen zich achter de ramen
en prop ik de oren dicht, behalve longen
dat luistert heel nauw, de lucht en het zicht
in het donker komt het er niet zo op aan
met wie men strijd of met wie men vrijt
het lijden in licht, wij noemen dat hartzeer
als amoebe heb ik geleerd wat bevruchten is
een vogel ging naar het zoogdier via de engel
nochtans is het van kip naar kuiken door het ei
maar amoebe amoebe blijft via mij en mij
en zielen zijn net als amoeben onsterfelijk
Erik Lelieveld
9 april 2003
woensdag 4 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten