huid geleerd en geharnast te Parnas
balorig balogig schurft te schrift
wuft met stemmen gepantserde hellepen
die spreuk en reuk overeen laat komen
zoals het godswonder ooit nog waterpas was
op tafelland zal mijn getuigeberg staan
ik heb een lip van een grote matroos
mijn vakkennis is van een gedegen filiaalhouder
en ik draag een witte overredingskrachtjas
het gelaarsde handschrift marcheert in zwart
dan looi ik de letters tot de zoetste broden
en schik mijn woorden plooi voor plooi
ik ben gelikt door een zuivere rashond
zodat de zinnen niet zweren kunnen
diezelfde hond die Petrus verslond
op een moment dat ik daar niet bij was
Erik Lelieveld
25 oktober 2002
dinsdag 3 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
overdreven
BeantwoordenVerwijderen