ziehier mijn handen bijelkaar
zij zijn een spaarpot vol met rijm
wil ik jou ooit tegenkomen
dan vooral niet in mijn dromen
die zin valt op plavuizen stuk
nog mijn handen vol met woorden
ik heb gezwegen twintig jaar
parkingsonbibbers, ik rijm op elkaar!
daar gaan weer één-twee-drie zinnen
van het beminnen op de stenen vloer stuk
maar ik ben dichter in overvloed
alle woorden heb ik gespaard voor jou
lees maar, ik tel ze uit in dit gedicht
ik heb je nog nooit ontmoet, nog nooit
er gingen vier zinnen kapot zag je?
Erik Lelieveld
16 september 2002
woensdag 28 oktober 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten