jij, sponsachtige, en hersenloos wezen
o stekelhuidige van habitus diepzee
uit de klasse der bloempoliepen
de zeeanemonen, zeeanjelier o bloemdier
jij, ongewervelde, zeekraal groenwier
van het geslacht der roofborstelwormen
paalwormen, ribkwal en manteldier
vreemd zweepdiertje, gek koraaldiertje
een sponsachtig eiernest van wulk en tepelhoorn
en oesters die niet gespeend en ongezaaid zijn
jij, dier met lange poten, hecht je en zuig mijn bloed
alg niet, want dat is wier in zoet water, alg niet
Gij bodemdier, zeeaugurk en zeekomkommer
jij kwallensoort met giftige tentakels
lief lichtend sprotje o zeemeermin
mijn Zeeuwse schone jij zeeduivelin
Erik Lelieveld
15 augustus 2002
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten